Investeringsplan 2018-2022
Als bijlage bij de begroting is het Investeringsplan 2018-2022 opgenomen. In deze paragraaf zijn de belangrijkste aspecten van het investeringsplan weergegeven, meer gedetailleerde informatie is te vinden in het plan zelf.
(bedragen x € 1.000) | ||||||
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Investeringsplan Kadernota 2017 | 52.144 | 40.623 | 47.452 | 43.750 | 26.923 | 44.801 |
Mutaties t.o.v. Kadernota 2017 | -1.403 | 3.767 | 3.990 | -3.730 | ||
Investeringsplan 2018-2022 | 50.741 | 44.390 | 51.442 | 40.020 | 26.923 | 44.801 |
De financiële effecten hiervan zijn verwerkt in de begroting 2018. Dit investeringsniveau voldoet aan de afspraken omtrent het kasstroom- en investeringsplafond die bij de Kadernota 2017 zijn vastgesteld.
Opbouw Investeringsplan 2018-2022
Het investeringsplan bevat investeringen die de gemeente in de periode 2018-2022 wil uitvoeren. De basis wordt gevormd door de kaders en de actualisatie die bij de Kadernota 2017 zijn vastgesteld. In het plan zijn ook de lopende investeringen 2017 opgenomen.
De volgende zaken zijn meegenomen als mutaties op dit plan:
- Nieuwe investeringen;
- Actualisatie na Kadernota 2017.
(bedragen x € 1.000) | ||||||
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Investeringsplan 2018-2022 (begroting 2018) | 50.741 | 44.390 | 51.442 | 40.020 | 26.923 | 44.801 |
Investeringsplan Kadernota 2017 | 52.144 | 40.623 | 47.452 | 43.750 | 26.923 | 44.801 |
Verschil | -1.403 | 3.767 | 3.990 | -3.730 | ||
Nieuwe investeringen | 175 | 2.725 | 4.900 | |||
Actualisatie 2017 | -1.578 | 1.042 | -910 | -3.730 | ||
Totaal mutaties | -1.403 | 3.767 | 3.990 | -3.730 |
- Nieuwe investeringen (€ 7.800.000)
Na het vaststellen van de kadernota zijn er nog besluiten genomen of nieuwe zaken aan de orde gekomen die zorgen voor een mutatie op het investeringsplan. Het betreft hier:
SHO Cruquius (€ 3.500.000)
Bij de Kadernota 2017 is besloten om de tot 2016 geactiveerde kosten eerste inrichting van scholen in 2017 volledig af te schrijven en extra budget vrij te maken voor onderwijshuisvesting. Hiermee kan het college invulling geven aan motie 24 'Prioriteren in het primair onderwijs' van de behandeling bij de Kadernota 2017. In deze motie draagt de raad het college op om de renovatie van de Cruquius school alsnog op te nemen in de Kadernota 2017 voor het jaar 2018, en daarvoor dekking te zoeken bij de versnelde afschrijving Onderwijs.
Popcentrum Slachthuis (€ 4.300.000)
De realisatie van het popcentrum vloeit voort uit bespreking in de commissie Ontwikkeling van 20 juni 2017 en wordt als vereiste bouwopgave meegegeven in de aanbesteding. Uitgangspunt hierbij is dat alleen het popcentrum in eigendom blijft. Het investeringsbedrag bestaat uit de renovatie kosten en de inbouwpakketten voor het popcentrum en de repetitieruimten.
In de begroting zijn naast de kapitaalslasten die voortvloeien uit deze investering ook de exploitatieopbrengsten en -kosten opgenomen. Het exploitatieresultaat voor het popcentrum komt uit op bijna € 350.000 nadelig. Met als uitgangspunt dat de afdeling Vastgoed kostprijs dekkend verhuurt, betekent dit dat van uit de afdeling Cultuur een huursubsidie van deze omvang geven moet worden.
- Actualisatie (-/- € 5.175.000)
Als gevolg van actualisatie van de jaarschijf 2017 hebben er mutaties plaatsgevonden op de voorgenomen investeringen. In bijlage B van het Investeringsplan 2018-2022 zijn deze verschuivingen weergegeven.
(bedragen x € 1.000) | ||||||
Actualisatie | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Verhoging | 3.385 | -1.798 | -160 | |||
Neutraal | -1.620 | 1.169 | 450 | |||
Vervallen\verlaagd | -3.342 | 1.671 | -1.200 | -3.730 | ||
Totaal actualisatie | -1.577 | 1.042 | -910 | -3.730 |
De verlaging als gevolg van de actualisatie wordt met name veroorzaakt door het niet meer opnemen van de fietsvoorziening Botermarkt en de vervanging walmuur Leidse Vaart (Zuider Emmakade). De betroffen voorgenomen investeringen betroffen respectievelijk € 4,3 en € 1,0 miljoen.
Botermarkt
Het gereserveerde bedrag in het investeringsplan voor voorbereiding en realisatie van een fietsenstalling in de omgeving van de Botermarkt dient te vervallen vanwege het afgewezen collegevoorstel ter zake.
In de commissie Beheer van 18 mei was geen meerderheid voor het doorgaan met de Botermarkt vanwege de hoge kosten en de grote risico’s. De V&D kelder is afgevallen omdat eigenaar Hudson Bay niet bereid blijkt mee te werken. Wel zijn door de raadsleden enkele suggesties meegegeven:
- Het in kaart brengen welke pandeigenaren bereid zijn winkelruimte te verhuren;
- Het opstellen van een beleidsplan voor fietsparkeren;
- Nieuwe (kleinschalige) fietsenstallingen verspreid over de binnenstad.
Naast de Raaks (reeds gefinancierd) zijn er enkele plannen in voorbereiding die de komende jaren kunnen worden uitgevoerd vanuit het investeringsplan. Zo is er de intentie op het Stationsplein een verdubbeling van de capaciteit te realiseren in het kader van de herontwikkeling van Beresteyn. Hiervoor is geen budget geregeld. Mogelijk is ProRail bereid hieraan bij te dragen. Dit is onderwerp van bestuurlijk overleg. De Startnotitie Beresteyn is evenwel tegengehouden door de commissie Ontwikkeling en komt naar verwachting pas na de verkiezingen weer op de agenda. Het bedrag zou daarnaast kunnen worden aangewend voor verplaatsing van de fietsenstalling Tempelierstraat naar een deel van de Houtplein garage of voor een ondergrondse oplossing onder de nieuwe Groenmarkt. Naar andere (grote danwel kleine) fietsenstallingen in de binnenstad zal eerst onderzoek moeten worden gedaan. Een serieuze inventarisatie kost circa € 100.000.
De verwachting is dat eind 2017 het beleidsplan fietsparkeren gereed is. Hierin zullen ook de (globale) kosten opgenomen worden voor de uitbreiding van de parkeervoorzieningen die bij de kadernota 2018 zullen worden betrokken. Vooralsnog kan hier alleen een p.m. post voor worden opgenomen.
Walmuur Leidsevaart (Zuider Emmakade)
Eind vorig jaar is een nadere inspectie uitgevoerd, waarbij ook is gedoken om de onderwaterstaat vast te stellen (palen en verzakkingen/uitspoeling). De conclusie van dat rapport is dat de palen voor het grootste gedeelte nog in orde zijn en dat met herstelmaatregelen aan de wand zelf en het aanbrengen van een scherm achter de kademuur een restlevensduur van 20 jaar gerealiseerd kan worden. De kosten voor het herstel worden in het POW geprogrammeerd waardoor de voorgestelde investering kan komen te vervallen.
Kasstroomplafond
Bij de Kadernota 2014 is een kasstroomplafond investeringen in het leven geroepen vanaf het jaar 2016. Doel van dit plafond is het reduceren van de schuldenlast. Om te voorkomen dat extra geldleningen aangetrokken moeten worden om de nieuwe investeringen te financieren, is het van belang dat het jaarlijkse investeringsvolume lager is dan de afschrijvingslast in de begroting. Bij de Programmabegroting 2017 is een kasstroomplafond van € 30 miljoen vastgesteld. Voor de jaarschijf 2017 is het plafond met € 3,3 miljoen verhoogd voor de extra investeringen met maatschappelijk nut.
(bedragen x € 1.000) | ||||||
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Investeringsplan 2018-2022 | 50.741 | 44.390 | 51.442 | 40.020 | 26.923 | 44.801 |
Doorschuiven 2016 | 15.519 | |||||
Doorschuiven 2015 | 7.103 | 180 | ||||
Investeringen vallend onder plafond | 28.119 | 44.210 | 51.442 | 40.020 | 26.923 | 44.801 |
Kasstroomplafond | 33.300 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 |
Ruimte onder kasstroomplafond | 5.181 | -14.210 | -21.442 | -10.020 | 3.077 | -14.801 |
Inzet onbenutte ruimte | 5.181 | 3.077 | ||||
Doorschuiven onbenutte ruimte | 5.181 | 3.077 | ||||
Overschrijding kasstroomplafond | -9.029 | -21.442 | -10.020 | -11.724 |
Voor 2017 wordt er binnen het kasstroomplafond gebleven. Conform beleid mag de onderbenutte capaciteit worden aangewend voor het volgende jaar. In 2018 blijft er, na doorschuiven van de € 5,1 miljoen onbenutte capaciteit uit 2017, een overschrijding van het plafond van € 9,0 miljoen over. Ten opzichte van de kadernota (€ 6,7 miljoen) is dit een toename van € 2,3 miljoen. De toename komt door het opnemen van de Cruquiusschool en het popcentrum in het investeringsplan.
Gezien de realisatiepercentages van de afgelopen jaren (68% in 2014, 46% in 2015 en 66% in 2016) verwacht het college dat het realisatie percentage investeringen voor 2018 maximaal 80% bedraagt. Dit betekent dat er ruimte is voor € 9 miljoen aan overprogrammering in 2018. Dit is voldoende om de geprognosticeerde overschrijding op te vangen en daarmee onder het kasstroomplafond te blijven. Op deze wijze wordt binnen deze coalitieperiode conform afspraak het kasstroomplafond in 2018 niet overschreden. Wanneer de werkelijke realisatie de 80% toch lijkt te gaan overstijgen zal bijsturing plaatsvinden.
Voor de jaren 2018, 2019 en 2020 is er sprake van een overschrijding van het kasstroomplafond. In toenemende mate wordt de spanning zichtbaar tussen schuldreductie door investeringen te matigen en de benodigde nieuwe investeringen ten behoeve van de ontwikkelingen in de stad. Dat is niet verwonderlijk omdat het niveau van het kasstroomplafond € 2,5 miljoen beneden het niveau zit om het bestaande niveau aan investeringsvoorzieningen in de stad in stand te houden. Daardoor is er geen enkele ruimte voor nieuwe investeringen. Het gunstige economische klimaat en de groei van de stad hebben als gevolg dat zowel opbrengsten als investeringen toenemen.
In de Kadernota 2018 wordt daarom gezocht naar een nieuw evenwicht tussen een financieel gezonde (schuld) positie en het faciliteren van de ontwikkelingen van de stad Haarlem.
De kapitaallasten van deze overschrijding zijn reeds in het begrotingskader verwerkt.
Investeringsplafond
Om de kosten van investeringen beheersbaar te houden is in 2012 een investeringsplafond ingesteld. Het investeringsplafond moet voorkomen dat de meerjarenbegroting belast wordt met hoge kapitaallasten, waardoor de flexibiliteit in de meerjarenraming afneemt. De vrijvallende afschrijvingslasten worden daarbij gehanteerd als investeringsplafond.
Als gevolg van de gewijzigde BBV voorschriften, is er een nieuwe methodiek voor het bepalen van de omslagrente. Dit betekent dat met ingang van 2017 de rente is gewijzigd naar 2,5% (2016: 4%). Bij de beoordeling van dit percentage voor de begroting van 2018 en verder is vastgesteld dat deze niet aangepast hoeft te worden. Dit betekent dat ook het investeringsplafond ongewijzigd kan blijven op het niveau van € 37 miljoen.
(bedragen x € 1.000) | ||||||
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
Investeringsplafond | 37.000 | 37.000 | 37.000 | 37.000 | 37.000 | 37.000 |
Gebruikte ruimte: | ||||||
Kapitaallasten | 41.496 | 42.874 | 44.889 | 46.104 | 47.375 | 47.635 |
Dekking rioolrecht | -5.410 | -5.983 | -6.295 | -6.690 | -7.102 | -7.379 |
Overige nieuwe dekking | -557 | -1.063 | -1.276 | -1.506 | -1.616 | -1.692 |
Gebruikte ruimte | 35.529 | 35.828 | 37.317 | 37.908 | 38.658 | 38.564 |
Ruimte onder investeringsplafond | 1.471 | 1.172 | -317 | -908 | -1.658 | -1.564 |
De overschrijding van het investeringsplafond voor de jaren 2019 en verder zal betrokken worden bij het gesprek over het nieuwe niveau van het kasstroomplafond.
Investeringsvolume
Uit het Investeringsplan 2018-2022 blijkt dat de netto investeringsvolumes zich als volgt per programma ontwikkelen:
(bedragen x € 1.000) | ||||||
Programma | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
01. Maatschappelijke participatie | 13.389 | 10.628 | 14.619 | 2.446 | 3.080 | 5.846 |
04. Duurzame stedelijke vernieuwing | 184 | |||||
05. Beheer en onderhoud | 33.483 | 31.272 | 33.273 | 34.074 | 20.843 | 36.255 |
06. Burger, bestuur en veiligheid | 858 | 340 | ||||
07. Algemene dekkingsmiddelen en overhead | 2.828 | 2.150 | 3.550 | 3.500 | 3.000 | 2.700 |
Investeringsplan 2018-2022 | 50.741 | 44.390 | 51.442 | 40.020 | 26.923 | 44.801 |